Aardappelkroketjes

Bereiding

Een dag van tevoren

Schil de aardappels en halveer grote exemplaren zodat alle aardappels ongeveer dezelfde grootte hebben. Kook de aardappels in een ruime pan met licht gezouten water tot ze gaar zijn. Giet de aardappels af en zet de pan terug op laag vuur om de aardappels droog te stomen. Let wel op dat de aardappels niet aanbranden.

Stamp de aardappels fijn met een pureestamper, er mogen geen stukjes meer in de puree zitten. Voeg zoveel slagroom toe tot je een gladde en stevige puree hebt. (Als je net als ik een kaasliefhebber bent kun je nog een handje geraspte oude kaas door de puree roeren, dat geeft de puree wat pit.) Breng goed op smaak met zeezout en zwarte peper uit de molen. Laat de aardappelpuree volledig afkoelen en laat dan afgedekt op een koele plek (liever niet de koelkast want dan kan er weer vocht in de puree komen) opstijven.

Afmaken

Verhit de frituurpan op 180 graden.

Zet drie diepe borden klaar met bloem, losgeklopt ei en panko. Roer wat peterselie door de panko.

Schep met een lepel wat van de aardappelpuree (ongeveer 30 gram) en vorm er met je handen kleine kroketjes van. Ik rolde ze voorzichtig op een snijplank tot een kroketje. Rol de aardappelkroketjes een voor een door de bloem, dan het ei en tot slot de panko. Probeer de kroketjes zo min mogelijk met je vingers aan te raken maar schud het bord of de kom heen en weer om ze te bedekken, zo blijven je handen schoon.

Frituur de kroketjes circa 3 tot 4 minuten in de olie tot ze goudgeel van kleur zijn. Blijf erbij tijdens het bakken, het gaat heel snel en als je ze iets te lang bakt kunnen ze openbarsten. Bak het liefst niet meer dan vijf kroketjes tegelijk.